Voedselbos Expert Cursus 2023 (3): De Voedselboss in Hengelo

’s Heeren Vruchten, 31 mei 2023 – We konden helaas niet aanwezig zijn op 19 mei, dag 3 van de Voedselbos Expert Cursus 2023 in Hengelo. Daarom maar zoveel mogelijk video’s gekeken die Voedselboss Martijn Aalbrecht op YouTube heeft geplaatst. En daarvan een soort samenvatting van de 10 meest interessante filmpjes gemaakt. Hopelijk benadert dit een beetje wat de deelnemers aan de cursus op 19 mei hebben gehoord en gezien. In ieder geval heb ik er weer veel van opgestoken, en geldt dat ook voor meer mensen.

Klik op de (groene) links om de filmpjes te zien, dan kan je de samenvatting overslaan.

Drie stappen naar een succesvol voedselbos
1. Goed ontwerp: factor tijd -> levenscyclus, bijvoorbeeld pruim geeft na 10 jaar vruchten en wordt zo’n 40 jaar oud, terwijl een Pecannoot pas na 40 jaar volwassen is en wel 150 jaar oud kan worden. Oftewel veel pioniersbomen, de wijkers die beschutting geven aan de langzaam groeiende boompjes. Maak vier ontwerpen: hoe moet het bos eruitzien na 5, 10, 20 en 40 jaar. Plus natuurlijk een beheerplan.

2. Het kiezen van goed plantgoed (geënte bomen/struiken), met een goede onderstam.

3. Beheer, voedselbosboeren zijn geen luie boeren, maar slimme boeren! Denk aan vraatbescherming, onkruiden (de competitie van je aanplant met grassen en onkruiden), dus vertrappen en mulchen, water geven bij droogte en kijken wat er gebeurt. Dat betekent het ondersteunen van je aanplant en snoeien wanneer takken elkaar raken.

De 5 meest gemaakte fouten bij het aanleggen van een voedselbos
5. Hoe kom ik aan water?

4. Te kleine en zwak groeiende onderstammen, want die bepalen de groeikracht. Bij inferieure onderstammen krijg je een zwakker wortelstelsel en dus een kortere levensduur van de boom. Dus ook liever geen laagstamvruchtbomen.

3. Te grote of te kleine bomen kopen. Bij (te) grote bomen kost het overplanten soms wel 3 à 4 jaar voordat de boom weer verder gaat groeien. In het geval van (te) kleine boompjes -10 tot 20 cm hoog- ontvangen de mini’s bijna geen zonlicht tussen het opschietende gras en (on)kruid.

2. Véél te weinig pioniersbomen planten, die er juist voor moeten zorgen dat de bodem geschikt wordt voor de bomen die uiteindelijk in je voedselbos productie gaan leveren (de climaxfase), bijvoorbeeld de notenboom. Want de bedoeling van een voedselbos is dat je van een bacterie dominante bodem naar een schimmel dominantie ondergrond gaat.

1. Haast. Zorg voor een goed ontwerp en plant niet direct alles!

Aanplanten van een voedselbos
Hoe plant ik de bodembedekkende laag?

1. Door het betreffende terrein een jaar met plastic af te plakken. Daarna plant je veel van 2 soorten, bijvoorbeeld de 1 meter hoog wordende bosbessen samen met aardbeiframbozen, die vormen dan de bodembedekkende laag. Maar eerst goed mulchen.

2. Op een met plastic afgedekt stuk grond, waar aan de rand frambozen groeien – waarvan de wortels onder het plastic doorgroeien – plant je honingbessen (nu maar één soort), en ook hier krijg je als resultaat een bodembedekkende laag.

Voedselbos aanplanten in gras
Met de vraag: wel of niet mulchen? Martijn maakte een soort van testopstelling, waarbij hij boompjes plantte in drie rijen in het gras. De eerste rij boompjes stonden ‘gewoon’ in het gras (dus zonder beheer), bij de tweede rij werd een mulchlaag aangebracht rond de spiegel van de boom en bij de derde rij werd eerst het gras en onkruid gemaaid, daarna gemulcht en onder boompjes werden meerjarige bodembedekkers geplant. Het resultaat was fenomenaal, tenminste wat de derde rij betreft (een perzik groeide een meter in een jaar tijd), terwijl de boompjes in de tweede rij 10 tot 15 cm groeiden en die in de eerste rij nauwelijks groei vertoonden.

De zin en onzin van bodemanalyses voor je voedselbos
Van verschillende bodemmonsters wordt een bodemanalyse gemaakt, veelal gebaseerd op pH-waardes. pH-waardes gaan exponentieel van 1 tot 14, waarbij pH<7 zuur is en pH7 neutraal en pH>7 alkalisch, oftewel de opneembaarheid van mineralen. Volgens Martijn is zo’n bodemanalyse incompleet omdat het een scheikundige benadering is en bijvoorbeeld geen rekening wordt gehouden met de Eh-schaal (het oxidatie-reductie potentiaal). Een meting van de redoxpotentiaal kan dus gebruikt worden als indicator van het voorkomen van de oxidatie van koolwaterstoffen en mogelijk ook van de overheersende redoxprocessen, zoals bijvoorbeeld bij ijzer.

Een gezonde plant neemt maar voor een heel klein deel voedingsstoffen op door direct opneembare nutriënten. 80%-90% van de voedingsstoffen zijn indirect beschikbaar via het bodemleven (schimmels en bacteriën). Er is veel meer wisselwerking tussen bomen enerzijds en schimmels en bacteriën anderzijds. De sleutel is dat je het bodemleven zo divers mogelijk maakt. Beter is een plantsap-analyse (à la bloedafname bij mensen). Het er gaat uiteindelijk om in het voedselbos samen te werken met de natuur.

Het kiezen van de juiste variëteiten voor je voedselbos
-smaak (proeven bij kwekerijen)

-ziekteresistentie, bijvoorbeeld de appelsoort Ecolotte die bijna het zelfs is als de Elstar, maar sterker.

-bestuiving: weer en windrichting

-grootte van de vrucht, bijv. amandelboom Robijn (klein en knetterhard), neem dan de Franse varieteit Ferraduel

-wat wil je met je fruit doen? Bijv. Kornoeljekers Jolica

-klimaatbestendig: late nachtvorst en droge zomers, vroeg vrucht geven, nog voor de nachtvorst. Sommige soorten hebben ook een langere koude periode nodig (max 10 graden) om vrucht te dragen.

-kleuren, zoals de olijfwilg (geel + rood), de vogels kiezen eerder voor rood!

Hoe ver moet beplanting uit elkaar staan om bestoven te worden
Bestuiving door de wind of door insecten:

-wind, bijv. hazelaar, walnoot, Pekan kunnen tientallen meters uit elkaar staan, let daarbij wel op de windrichting. Plaats de vroege stuifmeelvormers daarom in het zuidwestelijk deel van je bos (i.v.m. de heersende wind). Vaak is het bij windbestuivers dat het mannelijk stuifmeel veel eerder komt dan het vrouwelijk deel (bloemetje) bloeit. Dan is het belangrijk dat je verschillende types bomen hebt, zodat je de bestuivingsperiode zo lang mogelijk maakt.

-insecten, zelfbestuivers (zoals gele kornoelje en honingbes) andere soortgelijke planten. In het (koude) voorjaar vliegen bijen maar 10-20 meter. Appelbomen (april/mei) kunnen verder uit elkaar staan, honderden meters, want in die periode vliegen de bijen al veel grotere afstanden.

-vliegen, die bijv. de Roomappel Paw paw of vijg bestuiven kan je max. 10 meter uit elkaar zetten, en dan moet je er minimaal 3 stuks van planten. Geen vliegen (of voor de zekerheid), dan zelf met een kwastje bestuiven.

Verplicht voedselbos onderhoud
Om geen bomen te verliezen, moet je de uitlopers onder de ent van de onderstam snoeien. Het liefst met je duim zo dicht mogelijk op de stam, omdat met een snoeimes er altijd een paar millimeter achterblijft, waarop weer groei gaat plaatsvinden. Beter bomen aanschaffen met een zo laag mogelijke onderstam, dat verkleint het risico van uitlopers. Bijvoorbeeld bij de geënte meidoorn moet je elk jaar de uitlopers verwijderen.

Help mijn voedselbos verdroogt, 5 tips om verdroging tegen te gaan

1. Zet je aanplant in de grond vóór de jaarwisseling (sep-dec)

2. Zoek samenwerking met schimmels (mycorrhizaschimmels)

3. Zwaar mulchen met houtsnippers: dikke laag organisch materiaal, maar niet tegen het stammetje

4. Niet vaak een beetje water geven, maar in één keer veel (20 à 30 liter)

5. Plant onderbeplanting, of een jaar lang het terrein ‘afplakken’ met plastic

Snoeien in je voedselbos?
Een bij een kweker gekochte boom van 3 of 4 jaar oud is al een paar keer gesnoeid. Zet je die in je voedselbos en snoei je niet (meer), dan wordt het een soort spaghettiboom met sliertige takken waaraan maar weinig vruchten komen. Koop dan een eenjarig geënt zogeheten spilletje, die is niet gesnoeid en kan vrijuit groeien.

Belangrijk om te weten is dat snoeien stress veroorzaakt bij een boom, wat weer als reactie en dus overlevingsstrategie zorgt voor meer vruchtvorming.
In een voedselbos zul je moeten snoeien, door om het jaar (dus 2-jaarlijks) de waterloten, de recht omhoog staande takken, en de elkaar kruisende en rakende takken te verwijderen.