Voedselbos Expert Cursus (5): voedselbos Ketelbroek in Groesbeek

Net voorbij de ingang van het voedselbos
Afsluitende vragenronde
Rimpelrozen
De manshoge frambozenstruiken
De Koreaanse den
Een in het voedselbos broedende ooievaar
Beversporen
Successie onder de schietwilg

’s Heeren Vruchten, 4 juli 2023 – Op dag 5 van de Voedselbos Expert Cursus 2023 (23 juni) werden we in Groesbeek verwacht. Voor mij het voorlopige hoogtepunt van deze 10-daagse, de ontmoeting met de Nederlandse voedselbos goeroe Wouter van Eck en zijn vanaf 2009 groeiend voedselbos Ketelbroek. Kon ik de eerste vier dagen met 1½ à 2 A4’tjes aantekeningen volstaan, voor dit verslag heb ik 4½ bladzijden te ontcijferen. Wat een explosie van informatie en kennis!
Voedselbos Ketelbroek is een polycultuur van zo’n 400 eetbare soorten bomen en struiken, ter grootte van 2,42 ha. Het terrein is in 2009 aangeschaft door Wouter en zijn rechterhand Pieter. In de beginfase (2013) kregen de eigenaars onverwacht hulp van het waterschap. De steil afgegraven sloot die het perceel aan een zijde begrensde was het waterschap een doorn in het oog, men wilde die dempen en in plaats daarvan de oorspronkelijke meanderende beek herstellen. Dat zou dan ten koste gaan van een deel het aan te leggen voedselbos. Maar de voordelen waren evident: met een steile én een glooiende oever werd de beek breder, door het meanderen bleef het water langer in het gebied. En het voedselbos kon met de vrijgekomen grond sommige delen verhogen. Plus een stel bevers uit de Millingerwaard (hemelsbreed een km of 10 verwijderd van het voedselbos) bleek na een paar jaar zo onder de indruk te zijn van dit nieuwe biotoop, dat zij er hun burcht vestigden. Last van ongewenste bomenvellerij had Wouter niet, want hij liet de wilgen die aan de waterkant van de beek gingen groeien, staan voor de bevers. Slechts een enkele boom beschermt hij nu met gaas tegen zijn knagende huurders.

Wat is een voedselbos?

  • door mensen ontworpen, gericht op voedselproductie
  • benut ecologische principes van meerjarige, houtige soorten (bio mimicry en agro-ecologie)
  • functioneert zonder externe input (mest pesticiden)

Intuïtieve luiheid
Oftewel sommige problemen (ik noem ze liever uitdagingen) gaan vanzelf over. Als voorbeeld het spuiten van een zeepsopachtig middel tegen rupsen en insecten. Rupsen zijn nodig als voedsel voor insectenbestrijders. Zo kan je de Kardinaalsmuts, populair vanwege de helderrode bladkleuren van de bladverliezende soorten in de herfst, en de helder gekleurde doosvruchten, giftig voor mensen maar bijvoorbeeld reeën vinden de struik lekker, toevoegen aan je systeem. De Kardinaalsmuts is ook waardplant voor de kardinaalsmutsstippelmot, die soms de hele struik ‘inpakt’ met zijn spinsels.

Door akkerdistels overwoekerde bessenstruiken: in de maanden september en oktober zijn de distels aan het einde van hun voortbestaansactiviteiten en zakken ze naar de grond, met andere woorden: auto-mulching.

In een test met een rij vrijgezette en een rij niet-vrijgezette bessenstruiken deden de niet-vrijgezetten het beter dan de struiken waarbij de directe omgevingsplanten verwijderd waren. Van oorsprong groeien de meeste bessensoorten in een bosachtige omgeving en gedijen ze daar goed vanwege het gefilterde licht wat op de bosbodem doordringt.

Over bacteriën en schimmels
Notitie: bij éénjarige planten zijn bacteriën dominant, terwijl bij meerjarige planten juist de schimmels dominant zijn. Planten en schimmels hebben belangrijke voordelen van de mutualistische symbiose door middel van mycorrhiza. De plant levert suikers (product van de fotosynthese van het zonlicht op de bladeren) aan de schimmels, die op hun beurt voedingsstoffen en water uit de bodem halen en die via het mycorrhiza netwerk aan de wortels van de plant leveren. Daarmee spelen mycorrhiza-schimmels een belangrijke rol in de voedingsstoffenvoorziening van bomen. Het voedselbos heeft zodoende geen compost nodig, want door auto-mulching, en ook via de hiervoor omschreven samenwerking met de ondergrond krijgen de bomen hun nodige voedingsstoffen binnen. Geconcentreerde voeding is slecht voor bomen, daarom geen dwangvoeding geven aan bomen! Ten opzichte van biologisch telen is ‘preventief’ spuiten het einde van het mycorrhiza systeem. In het begin groeit het bos niet te snel, want het kost tijd voor de boom om een goede relatie aan te gaan met de ondergrond. Wel is het zo, als je de natuur zijn gang laat gaan, dan wordt alles bos. In tegenstelling tot meerjarige teelt, zoals een bos, moet een éénjarige teelt wel bemest worden.

Kijkend naar het verleden, met name wat de mensheid heeft gedaan zoals bijvoorbeeld in het Noord-Afrikaanse Libië, dat land was 2.000 jaar geleden één grote graanvlakte, maar door het ‘achteruit boeren’ is 20 eeuwen later de grond veranderd in woestijnen.

Wat hebben bomen nodig?
Bomen (in een bos) zijn buren van elkaar en hebben elkaar nodig, en hebben door een bos te vormen minder windstress, dus minder last van uitdroging. Een procent meer organische stof in schrale zandgrond helpt een gewas aan een dag extra vocht. Voor het direct water leverend vermogen is organische stof dus nuttig, maar geen wondermiddel, aldus onderzoekers. Zo hebben penwortelaars zoals kastanjes, hun wortels moeten kunnen ademen, het moeilijk met een hoge waterstand. Reliëf is belangrijk voor de robuustheid van je bos en veroorzaken mensen bodemcompactheid, schimmels houden daar niet van. Op sommige plekken in Ketelbroek komen, behalve in het oogstseizoen, géén mensen! Dat betekent dus ook: niet maaien onder fruitbomen.

Over het aanschaffen van nieuwe (fruit)bomen: de groeikracht van de onderstam moet maximaal zijn. Beter een spil die alleen in het eerste jaar gesnoeid is qua zijtakken, dan een grote (kale) hoogstam. De hoogte van het boompjes moet dan tussen knie en schouder uitkomen. Groter is niet nodig, want bomen weten heel goed hoe ze moeten groeien.

Biodiversiteit Ketelbroek versus De Bruuk
Even tussendoor (ik hoop binnenkort de sheets van Wouters presentatie te ontvangen, daarom hier geen cijfermatige onderbouwing) over het vergelijkend onderzoek tussen Ketelbroek en natura-2000 gebied De Bruuk (lente 2016), beide gebieden zijn even groot (2,42 ha). De snelle conclusie is dat zowel in De Bruuk als in Ketelbroek de biodiversiteit prima in orde was en ook in evenwicht qua aantallen van drie onderscheidenlijke soortgroepen, maar dat er onderling significante verschillen waren.

Over onbewerkte grond: ridderzuring en mierik zijn penwortelaars en uitstekende grondverbeteraars, die door hun aanwezigheid bewerkstelligen dat de grond zich na 4 jaar zelf kan verzorgen. Kortom, laat onkruiden staan, want ze hebben nut. Bijvoorbeeld de brandnetel, die voor veel insectensoorten een belangrijke waardplant is, waardoor de insecten wegblijven bij je appelboompjes. Door appelbomen niet te snoeien (groot te laten groeien) pakken de vogels telkens de bovenin groeiende vruchten en ‘wij’ de vruchten die lager groeien.

Een stedelijke omgeving heeft een grotere biodiversiteit dan een voedselbos tussen Engelse raaigras-, aardappel- of snijmaisvelden.

Een ander project van Wouter is het voedselbos Schijndel (20,25 ha), het grootste voedselproductiebos van Nederland, gestart in januari 2018. De eerste aanplant waren de windsingels, om de grond te beschermen tegen uitdroging van de heersende Zuidwestenwind.

Voedselbos Ketelbroek heeft samenwerking gezocht en gevonden met Vitam (bedrijfscateraar van gezond en verantwoord eten) en Dille & Kamille (smeersels zoals walnotenolie), Ekoplaza Nijmegen en twee Michelinsterren restaurant De Nieuwe Winkel (verderop meer daarover).

Lunch en naar buiten
Na een prima lunch in het Dorpshuis De Slenk, mooie zaal met tafeltjes en lekkere verrassende hapjes, liepen we gezamenlijk in een kleine tien minuten naar de ingang van Ketelbroek. Na een korte inleiding kregen we de duidelijke instructies om gedurende het eerste stuk, tot de ‘ontmoetingsplaats’ achter elkaar te blijven lopen, niet van het pad te gaan en vooral niet te praten. Om de omgeving te ervaren, te ruiken, te voelen en te horen.
En inderdaad, die opgelegde voorwaarden om het voedselbos te betreden maakten indruk op ons deelnemers: het voedselbos als mentale oase!

Daarna ‘ging Wouter weer aan’, resulterend in een bijna onafgebroken stroom aan informatie, met veel passie en enthousiasme gebracht. Over de rimpelroos, die niet een voedselbos mag ontbreken, een winter- (-30) en zomer (+50) trotserende struik. De zoet ruikende bloemen worden in Japan en China als potpourri gebruikt en in het najaar produceren ze eetbare rozenbottels, vol met vitamine C.

Notities: De verhouding koolstof-stikstof verandert, meer koolstof op den duur voor de schimmels, en na verloop van tijd maken ze zichzelf overbodig. In de eerste 2 tot 3 jaar zijn boompjes vooral bezig om wortels te maken en groeit het cambium. Nachtvorst hoeft in die eerste groeiperiode niet nadelig te zijn, de boom neemt dan als het ware een sabbatical (lange termijn) en besteedt dan minder energie aan groei. Zo laten bomen soms ook in juli vruchten vallen (zomerrui) omdat er te veel ‘aanhangen’. Qua structuur (oogsten!) is het beter om bessen vlak langs de paden te plaatsen. Ketelbroek heeft ook een samenwerkingsverband met een brouwerij, die belangstelling heeft voor de duindoornbessen. Op één ochtend plukt een achttal mensen van de brouwerij mandenvol bessen, zoals Szechuan peper.

Buren, successie en natuurlijke insectenhotels
Op de vraag hoe Wouter omgaat met de buren van het voedselbos respondeerde hij met dat men elkaar groet, van gesprekken komt niet veel, omdat ze meestal op een machine of quad zitten. Tijdens de wandeling met telkens uitleg van de aldaar groeiende bomen en struiken stonden we even stil bij de Koreaanse den, nu 13 jaar oud, die eerst in 2040 pijnboompitten gaat leveren, maar daar dan mee door gaat tot 2130. Het voordeel van een gemengd bos (naald- en loofbomen) is dat er doorlopend sprake is van fotosynthese, ’s zomers door de bladeren van de loofbomen en in de winterperiode door de naalden van de naaldbomen. Tegenover die hopelijk 120 jaar oud wordende naaldboom staat een grote, volwassen schietwilg, waaronder duidelijke zichtbaar al successie plaatsvindt. Want door vogels uitgescheiden zaadjes komen onder de (zon-)beschermde onmiddellijke omgeving van de schietwilg tot groei. Wanneer in de loop der jaren de schietwilg met zijn bladerkroon de opkomende planten zonlicht gaat onthouden, dan ringt Wouter zo’n boom. Op ongeveer schouderhoogte ontdoet hij de boom van zijn bast, waardoor deze door de stopgezette sapstroom uit de wortels een langzame dood sterft. Maar daardoor weer een andere functie in het voedselbos krijgt: insecten leggen er eieren in, larven eten langzaam de boom op, insecten- en larveneters zorgen voor een balans, spechten en andere holenbroeders maken gebruik van de afstervende boom. Oftewel een natuurlijk insectenhotel!

Wijkers, historie en De Nieuwe Winkel
Iets verderop zagen we, nadat van Eck ons daarop wees, de combinatie els en hazelaar waarbij de eerste de wijker is, voor de niet graag in de volle zon staande hazelaar. Over wijkers gesproken, bij meidoorns geen wijkers aan de zuidkant plaatsen, omdat deze struiken uitstekend gedijen in de volle zon (en wind). De eerste aanplanten in een voedselbos zijn idealiter de hagen, die zorgen voor zon-, maar vooral windbescherming, tot wel in de breedte 8 x de hoogte van de haag.
Nog even over de historie van het voedselbos Ketelbroek. In het eerste jaar (2009) werd er klaver gezaaid, na twee jaar kwamen de distels (niet gezaaid, maar gewaaid), nu zie je bijna geen distels meer in het voedselbos (wel brandnetels).
Ketelbroek is ook voedselleverancier van tweesterrenrestaurant De Nieuwe Winkel, van chef-kok Emiel van der Staak, die meestal op maandagochtend met Wouter een verzamel- en plukronde doet voor zijn restaurant. Zie hier de ronkende recensie uit de Volkskrant van juni 2018.

Hoe is Wouter van Eck hiertoe gekomen?
Voordat we met een van informatie overlopend hoofd afscheid van Ketelbroek namen, werd ons naar onze indrukken gevraagd.  Op de vraag hoe hij tot voedselbosgoeroe is geworden antwoordde hij met ‘dat het er op de lagere school al in zat’. Door onderwijzers en medeleerlingen werd hij toen de bioloog genoemd. Desondanks is hij vervolgens politicologie gaan studeren, daarna meldde hij zich uit interesse aan bij Milieu Defensie. Hij promoveerde op het gebied van biologische landbouw en ging vervolgens op stage in Kenia waar hij kale maisakkers zag versus aangelegde tropische voedselbossen. En mede door boeken van Martin Crawford is Wouter geworden tot de voedselbosevangelist die hij heden ten dage is.

Toekomst(visie)
Waar Wouter nu voor staat is het doorbreken van de strikte scheiding in het Nederlandse landschap: óf landbouw óf natuur. Natuur en landbouw samenbrengen! De boerensector wordt overeind gehouden door een subsidie-infuus = maatschappelijk geld. Doel: zorg voor biodiversiteit, koolstofbinding en verbetering waterhuishouding. Wat de sector precies NIET doet. De conventionele landbouw creëert een klimaatcrisis (met andere sectoren), daardoor verdwijnt de biodiversiteit en wordt het drinkwater duurder. Volgens Landbouwuniversiteit Wageningen brengt 1 hectare snijmais of raaigras € 300 op, terwijl een voedselbos na 10 jaar € 3.000 per hectare oplevert!

Om per 2030 te voldoen aan de EU-normen zou er in Nederland in 7 jaar 170.000 ha landbouwgrond omgevormd moeten worden tot voedselbos. Dat kost € 200 mln. per provincie, voor heel ons land € 2,4 mld. Een schijntje vergeleken met de bedragen die nu aan subsidies aan de agrosector worden verstrekt!

Ik sluit af met een mooie opmerking van Wouter: “De natuur is verbluffend vergevingsgezind!”