Druif - Vitis vinifera 'Frankenthaler'
Druif – Vitis vinifera ‘Frankenthaler’
Vitis vinifera ‘Frankenthaler’ is een blauwe wijn- en tafeldruif en is afkomstig uit Italië. Deze druif is groter en sappiger dan de ‘Boskoop Glory’, maar heeft daarbij ook meer zon nodig. De ‘Frankenthaler’ bloeit in juni-juli met onopvallende, groene en geurende bloemetjes. De druiven zijn zelfbestuivend. Hij heeft dus geen andere planten nodig om vruchten te krijgen. De ‘Frankenthaler’ is goed winterhard en kan temperaturen tot -20 °C goed verdragen. Daarbij is hij uiterst resistent tegen diverse schimmelziektes. De rijptijd van deze druivelaar is half september en geeft mooie lange trossen blauwe en zoete druiven. Bij te grote opbrengst kleuren de bessen niet geheel af maar blijven soms rood of groenig. Ze komen dan wel op smaak.
Bij deze Vitis is goed krenten heel belangrijk, hoewel er moet helemaal niets. Druiventelers krenten druiventrossen om mooie trossen dessert- of tafeldruiven met grote bessen te krijgen. Voor wie minder aan een mooi trosuiterlijk hecht, of voor het maken van wijn, is het totaal onbelangrijk. Het krenten schijnt de bewaartijd van een tros wel enigszins ten goede te komen, maar ook dat is marginaal. Het is bovendien een behoorlijk tijdrovend karwei dat als volgt wordt gedaan: Met een speciaal schaartje met scherpe punten worden in deze maand (juni) de kleinste besjes uit de trossen geknipt (verwijderd). Dat wordt gedaan als de bessen (‘korrels’ zegt de kweker) gemiddeld zo groot als een doperwt zijn. Wat later kan het niet meer omdat dan de waslaag van de bessen beschadigd kan worden en dat herstelt zich niet meer. De mooiste bessen mogen blijven. Die kunnen dan beter (dikker) uitgroeien. Bovendien wordt gezorgd dat de tros een fraaie, slanke vorm krijgt. Er wordt bovenaan bij de ‘schouder’ van de tros begonnen. Bessen binnen in de tros worden sowieso weggeknipt. Alle te kleine besjes gaan eruit.
Snoeien van druiven: In de oksels van de stiften zullen zich in de loop van de zomer voortdurend nieuwe scheuten ontwikkelen. Hier komen geen vruchten aan, en ze moeten dan ook zo snel mogelijk, liefst om de 2 of 3 weken, weggehaald worden. Dit karweitje noemt men dieven. Na het planten snoeien we de plant terug tot op 3 ogen. Als de ogen uitlopen in het voorjaar houden we een sterke scheut aan en binden deze stevig tegen een bamboestok of aan draden. De andere scheuten worden uitgebroken. De zijarmen worden horizontaal geleid, deze armen kunnen een aanzienlijke lengte bereiken en geven vrucht over de hele lengte van de arm. Uit de ogen van gevormde armen groeien namelijk scheuten die vrucht gaan geven, vaak twee of drie trossen per scheut. Voor een goede rijping is het beter dat er maar een tros wordt aangehouden. De scheut wordt getopt na het vijfde blad na de tros. Scheuten zonder tros worden volledig weggebroken. In de winter worden de takken die vrucht hebben gedragen teruggesnoeid op de onderste twee ogen. (Tussen kerst en Oud en Nieuw).
Een druivelaar heeft een vrij grote kalkbehoefte. De ideale zuurtegraad (pH-waarde) bedraagt 6,5 tot 7. Is de pH van jouw grond lager, dan is een jaarlijkse gift Zeewierkalk Poeder als onderhoudsbekalking zeker aangewezen. Bekalken doe je het beste in het voorjaar. Wij hebben in het voorjaar van 2023 drie Frankenthalers geplant.