Druif – Vitis vinifera ‘Bianca’

De ‘Bianca’ is een oorspronkelijk uit Hongarije afkomstige goede buitendruif. Winterhard en dus goed bestand tegen het Nederlandse klimaat. Dit witte druivenras groeit vrij snel en bloeit in de maanden juni-juli met onopvallende, groene, geurende bloemetjes. De ‘Bianca’ is een zelfbestuivend ras en heeft dus geen andere druivenplanten nodig om vruchten te krijgen. Deze druif geeft middelgrote, langwerpige trossen met middelgrote, gele druiven. De druiven zijn zeer goed van smaak. Ze zijn sappig en zoet en hebben een fijn aroma, en goed geschikt om wijn mee te maken. De wijn die gemaakt wordt van de Bianca lijkt een beetje op een Sauvignon Blanc en is beter dan je zou verwachten van een consumptiedruif. Maar natuurlijk eet je de druiven ook direct van de struik. De druiven zijn rijp in september.

De Vitis is een klimplant die wel enkele meters hoog kan worden. Je kunt hem in allerlei vormen leiden en door goed te snoeien ook zeer compact houden. Snoei hem wel zorgvuldig. Eind januari kan je de druif in de gewenste vorm snoeien boven de ogen. In juli-augustus knip je de overbodige takken weg om de vruchten beter te laten rijpen. De Vitis houdt van een zonnige standplaats in een kalkrijke en kleiachtige grond. In ons voedselbos hebben we de druiven geconcentreerd op de druivenheuvel, van deze varieteit laten we er zes groeien.