Voedselbos Expert Cursus 2023 (2): Voedselbos Okkerheide in Leiden

voedselbos Okkerheide (Leiden)
Daslookpesto en (Japanse) duizendknoopjam
Tim Seegers over reguleren
Plantlaantje

’s Heeren Vruchten, 14 april 2023 – Deel 2 van de tiendaagse Voedselbos Expert Cursus, die startte op 1 april in Vlaardingen en waarvan de tiende cursusdag op 27 oktober in Rotterdam-Kralingen zijn beslag krijgt. Leo en Dick namen op deze vrijdag de honneurs voor ’s Heeren Vruchten waar. Ook nu waren Leo en Dick de eersten, maar iets minder eerder dan de vorige keer.

De ochtend-/theoriesessie
Net zoals in Vlaardingen ligt dit voedselbos naast een spoorlijn. Door initiatiefnemer (en gastheer) Tim Seegers is in 2016 gestart met het peilen van de behoefte en meningen in de naaste omgeving. Om zodoende voldoende draagvlak te krijgen teneinde zijn plannen handen en voeten te geven. Ooit was dit gebiedje van 2.500 m² een hondenuitlaatveld, dus alleen enkele hondenbezitters waren het niet eens met zijn initiatief. Door Tim’s uitgebreide buurtonderzoek werd meteen ook duidelijk dat er mensen waren die zich wilden inzetten voor een voedselbos. Zo werd Okkerheide in 2017 officieel geopend als eerste voedselbos in Leiden. Hij kreeg, van de zich zeer coöperatief opstellende gemeente, een beheerscontract voor 5 jaar, dat in 2022 is omgezet in een contract voor onbepaalde tijd.

Belangrijk voor een dergelijk openbaar stadsvoedselbos is de betrokkenheid van de buurtbewoners, want zo krijg je draagvlak voor het creëren en in stand houden van zo’n wijk gebonden samenwerkingsvorm. Elke eerste zondag van de maand zijn er werk- en oogstochtenden, waarbij soms meer dan 30 personen zich melden (te veel voor te weinig werk). Dat naast de vaste kern van ongeveer 15 vrijwilligers. Ze organiseren plantacties voor kinderen van 7 tot 14 jaar, de jonge voedselboswachtersclub, waar je voor € 30,00 per jaar lid van kan worden (er is zelfs een wachtlijst).

De middag-/praktijksessie
Voor de lunch moesten wij het terrein verlaten – de theoriesessie vond gewoon buiten plaats – op stukken boomstam en een tafeltje met koffie/thee en een soort cup cakejes. We moesten ongeveer een kwartiertje lopen dwars door een ‘bloemkool’-wijk (à la de Haagse Beemden in Breda) naar de lunchlocatie. In een mooi opgezet buurthuis-complex kregen we naast de doorsnee zaken ook brood gebakken met eikelmeel, daslookpesto en (Japanse)duizendknoopjam. Terug in de kwart hectare begon het praktijkdeel.

Syntropische landbouw
Leo en Dick hadden zich bij aankomst al verwonderd over de grote hoeveelheid en dicht op elkaar geplante bomen, stuiken en andere gewassen. Tim bleek, in tegenstelling tot bijvoorbeeld voedselbospionier en -goeroe Wouter van Eck, het voedselbos niet zomaar zijn gang te laten gaan. Hij gaat uit van subtropic farming, een beheervorm waarvoor hij bij de Oostenrijker Ernst Götsch in de leer is gegaan. Die ‘predikt’ niet het 7 lagen principe, maar kijkt meer naar hoe je soorten met eenzelfde lichtbehoefte bij elkaar zet. Die soorten kunnen dan best verschillende levenscycli hebben. Zo ‘speelt’ Götsch met de luchtvochtigheid en luwte die bomen en struiken wel of juist niet nodig hebben in een bepaalde levensfase. Syntropische landbouw *) wordt dit wel genoemd. Als voorbeeld noemde Tim het koppelen van een knoptaxus, die langzaam groeit, aan een duindoorn, die juist snel groeit. Oftewel zoek de ideale (groei)partners bij elkaar voor een optimale samenwerking en symbiose. Met die filosofie zijn plagen en ziektes in feite systeem correcties. Zo laat men in Kazachstan, waar van oorsprong de appel vandaan komt, sommige bomen groeien in bergachtige omgevingen waar meer ochtendzon is, en andere soorten daar waar juist middag- en avondzon het meeste licht verschaft. Wanneer je een Amerikaanse vlier bij een Europese variant zet, creëer je een combi waarbij je langer bloemen ‘hebt’, doordat de Amerikaanse vlier eerder bloeit dan zijn Europese neef.

In Okkerheide laten ze druiven berken als leiboom gebruiken, een samenwerking die ze vitis maritata noemen, de getrouwde druif, overgenomen van de Etrusken (onder meer het huidige Toscane). Voedselbos Okkerheide brengt deze theorie in praktijk door langzame groeiers te omringen met sneller groeiers (zoals de Anna Paulownaboom, die men reguleert d.m.v. zagen en snoeien, zodat je soms wel 5 bomen ziet staan op 1m². Ook met eenjarige planten wordt dit toegepast.

*) Syntropische landbouw is een vorm van landbouw waarin productie van voedsel en grondstoffen met de werking van natuurlijke creatiepatronen verenigd wordt. In deze methode blijft de bodem altijd bedekt met plaatselijk geproduceerde biomassa. Het snoeien en mulchen bevordert ook de groei van de planten. Hierdoor werkt het lokale ecosysteem op zijn hoogste potentieel, wat grotere oogsten mogelijk maakt terwijl de bodem wordt opgebouwd en de vruchtbaarheid en de biodiversiteit binnen het ecosysteem steeds meer toeneemt. Het begrijpen van de ecofysiologische functie van elke soort en de aanplant en het managen in een natuurlijke successie en in lagen maakt het ontstaan van complexe, veerkrachtige en productieve systemen mogelijk. Syntropische agroforestry-systemen zijn hierdoor goed bestand tegen de toenemende barre weersomstandigheden zoals droogte, overstromingen en stormen.

Excuses dat het zo’n lang verhaal is geworden, maar ik denk dat bij het indikken van deze tekst te veel relevante informatie gaat ontbreken.