Gelderse roos – Viburnum opulus
Gelderse roos – Viburnum opulus
De Gelderse roos is een middelgrote stuik die in het najaar zijn bladeren verliest. De naam is echter misleidend, omdat die ondanks dat de naam het zou doen vermoeden van oorsprong niks te maken heeft met Gelderland en ook niets met een roos. Maar hoe is de naamgeving tot stand gekomen? De oude graven van Gelre (het tegenwoordige Gelderland) hadden op hun wapen een struik afgebeeld die veel leek op de Viburnum Opulus, bij gebrek aan een Nederlandse naam is destijds voor de huidige naam gekozen.
De Gelderse roos is 3 meter hoog maar wanneer de struik volgroeid is, maar de plant kan goed tegen een drastische snoeibeurt, waardoor de struik ook geschikt is voor een bosplantsoen, een brede weelderige haag of een grote border. De Viburnum Opulus heeft een mooie witte schermbloem, lijkend op de bloeiwijze van de Hortensia. Na de bloei geeft de struik rode besjes die tot in december blijven hangen, wanneer ze tenminste niet door vogels zijn opgegeten die zijn dol op de besjes. Want vogelsoorten als goudvink, grote lijster en roodborst zijn liefhebbers van deze bessen. De vruchten bevatten coumarinen, diterpenen en glycosiden. De rode vruchten hebben een zure en bittere smaak en zijn voor de mens eetbaar, maar zijn in grote hoeveelheden rauw licht giftig. Deze vruchten van de Gelderse roos zijn giftig tenzij ze bewerkt worden in de vorm van fermentatie of koken. In sommige landen worden de bessen verwerkt tot jam. De bessen kunnen goed de winter doorstaan en worden vaak gegeten door pestvogels. De hoeveelheden suikers nemen zelfs toe in de winter. De heester verliest haar blad in de winter maar daarvoor verkleurd te struik prachtig in vurige roze, rode en paarse herfstkleuren.
Wij hebben er 70 geplaatst in de rondom ons voedselbos aangebrachte struweelhaag.