Vlier - Sambucus nigra 'Black Beauty'

foto De Tuinen van Appeltern
foto De Tuinen van Appeltern

Vlier – Sambucus nigra ‘Black Beauty’

De Zwarte Vlier is een donkerbladige heesterstruik die je veel in bermranden, struwelen, openbaar groen, in de duinen of aan de rand van een weiland ziet. Deze heester heeft ontzettend groeikracht en kan goed compact gehouden worden. De vlier bloeit in de het voorjaar (mei-juni) met heerlijk zoet geurende roze schermbloemen die mooi contrasteren met de prachtige donkere en zwart paarse bladeren. De Sambucus Nigra is een winterharde (tot -25 graden), bladverliezende struik. Een volwassen Vlier kan doorgroeien tot 3-5 meter hoogte. Deze vliervariant is een grote, bladverliezende struik waarvan de jonge twijgen nauwelijks verhout zijn. Bij het ouder worden ze houtig, en krijgen een grijsbruine kleur, zijn wat wrattig van aspect en vertonen dan grove lengteribbels. De takken bevatten een zacht sponsachtig wit merg.

De vijf- tot zevendelig geveerde bladeren die na kneuzing wat onaangename geur verspreiden, hebben bij de soort een donkergroene kleur. Vroeg in de zomer bloeit de vlier en tooit zich dan met honderden vlakke schermen met roomwitte bloemetjes, die zich in de loop van de zomer tot zwarte besvruchten ontwikkelen.

Vlierbessen bevatten veel vitamines. De bessen bevatten de naar het geslacht genoemde licht giftige stof sambunigrine, die echter door koken onschadelijk wordt. Van de vruchten wordt vruchtensap, sterke drank, jam, gelei en siroop gemaakt. Ook worden de bessen gebruikt voor het verven. Zowel bloemen als bessen worden gebruikt voor het maken van vruchtenwijn.

De vogels zijn gek op de bessen, oogst je ze niet, dan doen de vogels dat. De struiken worden ongeveer 4.00 meter hoog en kan goed gesnoeid worden. De beste standplaats is in de volle zon tot halfschaduw en qua grondsoort verdraagt de vlier veel gronden en kan goed met veel stikstof omgaan en is niet vorstgevoelig.

De vlier wordt vaak gecombineerd met verschillende heesters zowel als haag als ook binnen een (grotere) border. Denk hierbij aan de sleedoorn, krentenboom, hondsroos of andere vogelvriendelijke heesters. Een directe combinatie met borderplanten is wat lastiger te maken aangezien de vlier zeer oppervlakkig wortelt en daarmee een grote afnemer van oppervlakkige vocht en voeding is.